COLUMN – Werkgever mag medisch dossier van werknemer niet in zien

Een zeer gevoelige vraag binnen de sociale zekerheid en het arbeidsrecht is altijd geweest of de werkgever het medisch dossier van de werknemer in mag zien. Werkgevers vinden vaak dat ze het recht moeten hebben om deze medische gegevens in te mogen zien. Daar kunnen verschillende redenen aan vast zitten. Een werkgever acht kennis van de medische gegevens noodzakelijk om een goede re-integratie van de zieke werknemer te kunnen verrichten (in het achterhoofd zit natuurlijk de dreigende loonsanctie die het UWV op kan leggen bij onvoldoende re-integratie-inspanningen door de werkgever). Een ander argument van een werkgever kan zijn dat hij inzage wil hebben in de medische gegevens om zich te kunnen verweren tegen claims vanwege arbeidsongeschiktheid door een vermeende beroepsziekte.

Een voorbeeld hiervan is te vinden in een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 18 april 2012 in een zaak van het Franse bedrijf Eternit tegen de Franse staat. Een werknemer was arbeidsongeschikt geworden tengevolge van longkanker. Volgens de Franse overheid was de arbeidsongeschiktheid van de betreffende werknemer veroorzaakt door een beroepsziekte. Eternit wilde de medische gegevens inzien om zich goed tegen deze claim te kunnen verweren. Het Hof heeft geoordeeld dat de werkgever voldoende waarborgen voor een eerlijk proces heeft als hij de mogelijkheid heeft de rechter te vragen een onafhankelijke arts naar het medisch dossier van de werknemer te laten kijken. Het Hof vindt de privacy van de werknemer en het medisch beroepsgeheim dusdanig belangrijk dat het recht op een eerlijk proces van de werkgever moet worden beperkt.

Deze uitspraak biedt duidelijkheid in een discussie die al jarenlang wordt gevoerd in Nederland over de reikwijdte van enerzijds het recht op privacy van de werknemer en het medisch beroepsgeheim van de artsen en anderzijds het recht op een eerlijk proces van de werkgever.

In Nederland is in onder meer in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geregeld hoe de persoonsgegevens verwerkt mogen worden. De wetgeving komt er op neer dat een werkgever in het kader van de re-integratie van zijn zieke werknemer een beperkt aantal noodzakelijke medische persoonsgegevens van de werknemer mag verwerken. Deze gegevens mogen uitsluitend betrekking hebben op: de werkzaamheden waartoe de werknemer nog wel of niet toe in staat is, de verwachte duur van het verzuim, de mate waarin de werknemer arbeidsongeschikt is en de eventuele aanpassingen of werkvoorzieningen die de werkgever van de re-integratie moet treffen. Dit zijn dus zeer algemene gegevens. Gegevens waarin duidelijk blijkt of waaruit duidelijk afgeleid kan worden wat de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid is mogen dus niet door de werkgever verwerkt worden. Deze gegevens vallen ook onder het medisch beroepsgeheim van de artsen. Bovengenoemde uitspraak van het Europese Hof is een bevestiging hiervan.

De Wbp biedt wel de mogelijkheid dat medische gegevens door de werkgever worden verwerkt na uitdrukkelijke toestemming van de betrokken werknemer. Wel is vereist dat de werknemer voldoende informatie moet ontvangen om tot een goede oordeelsvorming te komen. Met het vragen van deze toestemming dient wel zeer terughoudend te worden omgegaan. Niet uit te sluiten valt namelijk dat de werknemer zich, gelet op de gezagsverhouding tot zijn werkgever, gedwongen voelt de toestemming te verlenen. Dan is geen sprake meer van vrije wilsuiting. In die situaties kan dan ook niet van een rechtsgeldige toestemming worden gesproken. Het is voor de werkgever niet noodzakelijk om kennis te nemen van de medische gegevens van de werknemer. De werkgever laat zich immers bijstaan door een bedrijfsarts die de werkgever vervolgens op hoofdlijnen moet adviseren.

Veel werkgevers maken tegenwoordig gebruik van een verzuimbureau. Het kan ook zijn dat een verzuimbureau in opdracht of onder toezicht werkt van een ingeschakelde bedrijfsarts. Dan is er sprake van een zogenaamde ‘verlengde-arm-constructie’. Deze houdt in dat de medewerker van het verzuimbureau ook over medisch noodzakelijke gegevens mag beschikken, die verder gaan dan de gegevens waarover de werkgever mag beschikken. De betreffende medewerker valt dan onder de medische geheimhoudingsplicht van de bedrijfsarts. Wanneer het verzuimbureau niet werkt in opdracht van de bedrijfsarts, maar slechts in opdracht van de werkgever, is er geen sprake van een ‘verlengde-arm-constructie’. Dan mag de medewerker dus alleen die gegevens inzien die werkgever ook mag in zien.

Één van de verzuimbureaus in Nederland is Verzuimreductie BV. Op 23 maart 2012 heeft het tv-programma Zembla gesteld dat dit bureau in strijd met de Wbp medische persoonsgegevens zou verzamelen van werknemers en aan werkgevers c.q. opdrachtgevers zou verstrekken. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft n.a.v. hiervan een onderzoek ingesteld naar de handelswijze van Verzuimreductie BV. In haar rapport van 3 juli 2012 komt het CBP tot de conclusie dat Verzuimreductie in strijd heeft gehandeld met de Wbp. Het verwerken van medische persoonsgegevens door de casemanagers van Verzuimreductie, die verder ging dan de noodzakelijke gegevens in het kader van de re-integratieverplichtingen van de werkgever, vond plaats zonder dat daartoe een grondslag bestond. Ook is niet gebleken dat de verwerking in opdracht of onder toezicht van een bedrijfsarts plaatsvond. Aldus het CBP. Verzuimreductie heeft inmiddels besloten om onverwijld over te gaan tot vernietiging van de tot 26 maart 2012 onrechtmatig verzamelde persoonsgegevens, in zowel lopende dossiers als reeds afgesloten c.q. gearchiveerde dossiers. De betreffende werknemers zullen hierover worden geïnformeerd en hebben tot 1 oktober 2012 de mogelijkheid hun dossier in te zien. N.a.v. deze maatregelen heeft het CBP vooralsnog besloten om van nadere handhavende maatregelen, zoals het opleggen van een last onder dwangsom, af te zien.

Uit het bovenstaande moet worden geconcludeerd dat het recht op bescherming van de medische persoonsgegevens van de (arbeidsongeschikte) werknemer terecht zeer goed beschermd is. Een werkgever moet zeer terughoudend zijn met de medische gegevens die hij nodig zegt te hebben voor de re-integratie. Het is als werkgever zeer verstandig gebruik te maken van onafhankelijke (bedrijfs)artsen die gebonden zijn aan het medisch beroepsgeheim en zich slechts op hoofdlijnen te laten informeren door deze artsen.

Auteur: mr. Hans Peters, jurist sociale zekerheid

Adresgegevens

SV Land
Röntgenlaan 13
2719 DX Zoetermeer
Routebeschrijving

Nieuwsbrief