NVAB stuurt vijf aanbevelingen aan de staatssecretaris van SZW

De NVAB heeft vijf aanbevelingen gestuurd aan staatssecretaris De Krom van Sociale zaken en werkgelegenheid. De NVAB stelt dat goede arbeidsgeneeskundige zorg voor alle werkenden van groot belang is voor de duurzame inzetbaarheid van de BV Nederland. Goede arbeidsgeneeskundige zorg kan alleen worden geleverd als bedrijfsartsen hun taken op het gebied van verzuimbegeleiding, preventie en advisering op het gebied van inzetbaarheid in samenhang en zoveel mogelijk evidence based kunnen uitvoeren.

De vijf beleidsadviezen zijn opgesteld naar aanleiding van het Astri-onderzoek naar de positie van de bedrijfsarts (2011) en de brief van 30 maart 2012 van de staatssecretaris met zijn visie op gezond en veilig werken.

Om welke vijf aanbevelingen gaat het?

1. De bedrijfsarts moet toegankelijk zijn voor alle werkenden

Verbetering van de toegankelijkheid van de bedrijfsarts, o.a. door terugkeer van het arbeidsomstandighedenspreekuur in de arbowet, is noodzakelijk. De NVAB maakt zich zorgen over één van de voornaamste conclusies die uit het Astri-rapport te trekken is, namelijk dat 700.000 ZZP’ers, 400.000 WW-ers én 10 tot 20 procent van de werknemers in het MKB geen arbeidsgeneeskundige zorg krijgen. Bovendien is er voor werkenden die zich (nog) niet ziek hebben gemeld geen wettelijk recht op toegang tot de bedrijfsarts geregeld als zij vragen en/of klachten hebben over hun gezondheid in relatie tot het werk. De NVAB vindt dit onbestaanbaar in een tijd waarin hoge eisen worden gesteld aan de gezondheid en productiviteit van alle werkenden in Nederland die daarnaast ook nog eens ‘duurzaam inzetbaar’ moeten blijven. Hier is een groot publiek belang in het geding, zowel inhoudelijk (kwaliteit van zorg) als financieel (bewezen kosteneffectieve interventies).

2. Arbeidsgeneeskunde als onderdeel van de curatieve gezondheidszorg

De arbeids- en bedrijfsgeneeskunde en de curatieve zorg moeten meer op elkaar worden afgestemd. De medische beroepsgroepen werken daaraan, door o.a. het project arbeid in richtlijnen en door de mogelijkheden te onderzoeken om meer arbeidsrelevante medische gegevens in het persoonlijk medisch dossier op te nemen. Maatschappelijke participatie en arbeid zijn bewezen gezondheidsbevorderende factoren en aandacht voor deze factoren dient dus deel uit te maken van het medisch handelen. Een convenant daarover tussen de beroepsverenigingen van huisartsen en bedrijfsartsen wordt voorbereid. De mogelijke scenario’s voor verbetering van de arbozorg die door uw ministerie worden verkend, zouden volgens de NVAB een beter gestructureerde samenwerking tussen huisartsen en bedrijfsartsen als uitgangspunt moeten nemen.

3. Meer aandacht voor preventie en duurzame inzetbaarheid
De NVAB onderschrijft de mening van de staatssecretaris dat de bedrijfsarts een sleutelrol kan spelen met betrekking tot preventie. Vaak worden echter minimale contracten afgesloten waarin de focus ligt op de rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding. De preventieve mogelijkheden worden daarmee zeer beperkt. Grote bedrijven zien gelukkig wel al het belang daarvan, maar hoe kleiner de werkgever hoe minder daarin geïnvesteerd wordt. Deze verschraling moet worden tegengegaan, bijvoorbeeld door het stellen van minimumeisen aan contracten over het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) en andere preventieve activiteiten.

4. Opleidingsfonds voor bedrijfsartsen noodzakelijk

Ook de Staatssecretaris noemt in zijn brief de problematiek van de achterblijvende instroom van bedrijfsartsen-in-opleiding als aandachtspunt: ongeveer 15 per jaar terwijl het tienvoudige noodzakelijk is om op peil te blijven! De NVAB vraagt hier al geruime tijd aandacht voor bij de Ministeries van VWS en SZW. Het aantal op te leiden bedrijfsartsen is geheel afhankelijk van investeringen van arbodiensten, een branche waarin het momenteel niet erg goed gaat. Het opleidingsfonds voor medische beroepsopleidingen is niet toegankelijk voor bedrijfsartsen. De NVAB pleit voor de ontwikkeling van een opleidingsfonds dat zowel vanuit publieke als private middelen wordt gevuld.

5. Financiering van de bedrijfsgezondheidszorg onderbrengen in een branchegericht organisatiemodel

Om de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts beter te kunnen waarborgen zou de inzet van bedrijfsartsen georganiseerd kunnen worden via door de werkgevers gefinancierde branchefondsen. Dit zou ook een oplossing kunnen zijn voor de financiering van de bedrijfsgezondheidszorg voor ZZP-ers. Voor de voeding van de fondsen zijn primair de werkgevers verantwoordelijk, maar naar de mening van de NVAB zijn zowel zorgverzekeraars als inkomensverzekeraars ook partijen met een aanmerkelijk belang. Werknemers hebben maar één gezondheid, die van belang is voor hun werk maar niet minder voor hun maatschappelijke participatie als burger, opvoeder, vrijwilliger, mantelzorger, etc.
Branchegericht financiering is niet de enige mogelijkheid om de financiering van de arbeidsgeneeskundige zorg voor werkenden te verbeteren. De NVAB wil graag met zorgverzekeraars en inkomensverzekeraars, met werkgevers en werknemersorganisaties, met overheid en veldpartijen, de mogelijkheden verkennen om tot een grotere mate van synergie te komen met als inzet duurzaam inzetbare werkenden, meer kwaliteit van de zorg en minder kosten.

Bron: NVAB

Adresgegevens

SV Land
Röntgenlaan 13
2719 DX Zoetermeer
Routebeschrijving

Nieuwsbrief