Praktijkcasus BeZaVa
Inmiddels is Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) een feit en vanaf 1 januari 2014 betaalt de werkgever óók voor de zieke werknemer welke uit dienst gaat. Eind 2013 gaf ik een aantal seminars over de modernisering ziektewet en de consequenties ervan. Op dat moment was het nog theorie. Immers had men in de dagelijks praktijk hiermee nog geen rekening hoeven te houden. Een tijdelijke medewerker welke ziek uit dienst ging, kwam voor rekening van de overheid en daarmee was de kous af.
In mijn dagelijkse praktijk krijg ik regelmatig vragen over de tijdelijke medewerker die ziek is en waarvan het contract binnenkort afloopt. De meeste gestelde vraag is: ´Wat zijn de financiële gevolgen als het contract niet verlengd wordt en de medewerker ziek uit dienst gaat?´
Hiervoor wordt jaarlijks aan het eind van het jaar medio november/december een beschikking afgegeven door de belastingdienst, waarop de premies vermeld worden. Hierbij wordt door het UWV 2 jaar (t-2) terug gekeken. Heeft een werkgever een zieke medewerker uit dienst laten gaan in 2013 dan gaat hij een hogere premie betalen in 2015 voor de ziektewet (ZW-flex) en vanaf 2017 voor de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA-flex) tot maximaal 2027.
Er zijn drie categorieën werkgevers, de genoemde loonsommen gelden voor 2014:
- Kleine werkgevers totale loonsom tot € 307.000,-
- Middelgrote werkgever totale loonsom vanaf € 307.000,- tot € 3.070.000,-
- De grote werkgever totale loonsom vanaf € 3.070.000,-
Voor kleine werkgevers is het makkelijk, zij betalen een sectorpremie en eventuele zieke medewerkers die uit dienst gaan worden niet direct in rekening gebracht. Grote werkgevers betalen volledig een gedifferentieerde premie als zieke medewerkers uit dienst gaan. Deze premie bestaat uit een minimale en maximale premie. Het lastigste is het voor middelgrote werkgevers te bepalen. Zij betalen een gedifferentieerde premie al naar gelang de hoogte van de loonsom en het overige bestaat uit een sector premie. Hoe hoger de loonsom richting de € 3.070.000,-, hoe groter het gedifferentieerde premiedeel. Het tegenovergestelde geldt ook. Hoe dichter de loonsom bij de € 307.000,- zit, hoe lager de gedifferentieerde premie is. Om een berekening te maken heb ik een berekeningsmodule ontwikkeld en kan ik op aanvraag een berekening maken.
Het is ook mogelijk om te kijken op dossierniveau of het wel verstandig is om deze tijdelijk medewerker ziek uit dienst te laten gaan. Een casus uit mijn praktijk. Een werknemer heeft al twee keer een tijdelijk contract gehad van 1 jaar. De einddatum nadert en de medewerker heeft zich onlangs ziek gemeld. ´Als we meer tijd hadden gehad´, zegt de werkgever, ´had ik wellicht het contract verlengd´. Waarop ik een berekening heb gemaakt wat de kosten zijn als de medewerker ziek uit dienst gaat. In gesprek met de werkgever geeft hij aan dat het goede medewerker is, maar normaal verleng je geen contract van een zieke medewerker. Voor de invoering van de Wet BeZaVa was dit de normaalste zaak van de wereld, nu blijft de werkgever financieel verantwoordelijk. Het contract is verlengt de medewerker is inmiddels hersteld en het ziet er zelfs naar uit dat de medewerker straks een contract krijgt voor onbepaalde tijd.
Het loont zeker om te berekenen wat de kosten zijn en in gesprek te gaan om te kijken in het verzuimdossier wat de verwachtingen zijn. In de bovenstaande casus ziet u wat de uitkomst kan zijn en het was ook nog eens de goedkoopste oplossing.
Auteur: Angelo Wiegmans, oprichter Bedrijf Plus