Brancheorganisatie uitzendbureau’s: ‘Overheid schiet met WGA-regeling in eigen voet’
De ABU doet een appèl aan het kabinet en de politiek om af te zien van premiedifferentiatie van de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten). De invoering hiervan kan zeer schadelijke effecten hebben op de arbeidsmarkt. Onbetaalbaar hoge premies voor werkgevers (o.a. uitzenders) zullen leiden tot selectie aan de poort bij aanname van nieuwe werknemers. “Dat is volgens mij niet wat het kabinet bij het afsluiten van het Sociaal Akkoord voor ogen had”, aldus ABU-directeur Aart van der Gaag. De branche krijgt steun van partijen als VNO-NCW, AWVN, FME en het Verbond van verzekeraars. Het ABU-periodiek Uitzendwerk dat deze week verschijnt is geheel is gewijd aan dit onderwerp.
Wet beperking ziekteverzuim
De WGA is een regeling van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Na twee jaar ziekte krijgt iemand die gedeeltelijk aan het werk kan een WGA-uitkering. Uitbreiding van de gedifferentieerde WGA-premie per 2014 is een gevolg van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) die vorig jaar is aangenomen. Door de invoering van deze wet wil de overheid werkgevers en werknemers prikkelen om langdurige arbeidsongeschiktheid van tijdelijke werknemers te voorkomen. Maar het individueel toerekenen van de uitkeringslasten aan werkgevers – uitzenders maar ook alle andere werkgevers van tijdelijke contracten – kunnen de premies zo extreem doen stijgen dat werkgevers geen risico willen lopen en selectief worden in het aannemen van mensen.
Sociaal akkoord
Uitzendwerk biedt velen een opstap naar de arbeidsmarkt. Uitzendondernemingen bemiddelen mensen naar werk, ongeacht hun afstand tot de arbeidsmarkt. Een taak waar de overheid steeds meer belang hecht. Aan het invullen van die taak, de allocatiefunctie, wordt nu een financiële straf gekoppeld met als gevolg dat mensen minder makkelijk via een uitzendbaan aan de slag komen. Dat is zeker in deze tijd geen wenselijk effect en het staat haaks op de koers van het sociaal akkoord. Sociale partners willen juist de kans op werk vergroten. De ABU vreest ook dat de kosten van uitzenden worden opgedreven waardoor bedrijven hun behoefte aan tijdelijke krachten gaan oplossen met minder goede flex, zoals nuluren- en oproepcontracten. “Ook daarvan hebben we in het sociaal akkoord met elkaar nou net gezegd dat we daar zoveel mogelijk vanaf willen”, aldus Aart van der Gaag. Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB hebben het wetvoorstel voor premiedifferentiatie van de WGA in het sociaal akkoord afgewezen.
Geen oplossing
De ABU zet kanttekeningen bij de aanname dat uitzendwerkgevers, ingegeven door financiële prikkeling, invloed kunnen uitoefenen op het verzuim door terugdringing eerder in het traject. De uitzendbedrijven beschikken niet over de instrumenten om de lasten omlaag te brengen. Het gaat hier om uitzendkrachten en flexwerkers in de Ziektewet die hun werkgever al hebben verlaten. Hoe kan die werkgever dan nog iets doen om te voorkomen dat iemand in de arbeidsongeschiktheid komt? Bovendien is het echte probleem rond de hogere WGA-instroom onder flexwerkers niet onderzocht. Kortom, de kans is groot dat bij het onverkort invoeren van deze WGA-maatregelen de lasten voor bedrijven enorm stijgen en dat de WGA-instroom vangnetters hetzelfde blijft. En daarmee blijkt dan de maatregel niet meer dan een verschuiving van de financiële lasten zonder oplossing van het probleem.
Alternatief
De ABU vindt in dit geval dat individuele premiedifferentiatie op bedrijfsniveau, waarbij het principe ‘de vervuiler betaalt’ geldt, geen oplossing. Steeds meer doelgroepen zoals Wajongers, ouderen, gedeeltelijk gehandicapten moeten naar de arbeidsmarkt worden gebracht. Aan die maatschappelijk opdracht werkt de uitzendsector graag mee. Dan zou er één WGA-premie voor alle werkgevers in Nederland moeten gelden, ongeacht in welke sector de arbeid wordt verricht. Daartegenover zal het preventieve en zorgbeleid sterk moeten worden geïntensiveerd.
Bron: Persbericht ABU