Samenvatting commentaar Raad van State op wijzigen ziektewet
Omvang instroom
In tegenstelling tot de gewekte indruk is juist ten opzichte van de stijging van het aantal flexwerkers sprake van een dalende trend van ziekteverzuim en WIA-instroom van vangnetters.
Kenmerken
Een gemiddelde vangnetter heeft in vergelijking met een werknemer met een vast dienstverband kenmerken die hem extra gevoelig maken voor uitkeringsafhankelijkheid.
De flexwerker heeft vaker een sociaal-economisch zwakkere positie en een slechte gezondheid (meer psychische en fysieke klachten), en zijn vaker allochtoon en lager opgeleid en heeft daarmee een kwetsbare arbeidsmarktpositie.
Het gemis van een werkgever bemoeilijkt bij de vangnetters het herstel en de re-integratie.
Bij vangnetters ontbreken financiële prikkels voor de werkgever, omdat een werkgever tenslotte ontbreekt.
Begeleiding
Een groot deel van de vangnetters krijgt in de ZW-periode van het UWV geen begeleiding gericht op werkhervatting. Deze uitvoering behoeft verbetering.
Activering
Het voorstel tot activering van vangnetters middels aanscherping van de regels en financiële prikkels leidt tot een verdere verslechtering van de positie van personen zonder vast dienstverband ten opzichte van diegenen die dat w el hebben. Invoering van loongerelateerde en vervolguitkering in de Ziektwewet voor deze groep zal aanzienlijke en niet goed te beargumenteren inkomensschommelingen in het tw eede Zw -jaar en het eerste Wia-jaar veroorzaken.
Financiële prikkels werkgever
De voorgestelde loondoorbetalingsverplichting voor uitzendbureaus kan mogelijk leiden tot risicomijdend gedrag bij deze werkgevers, door terughoudend te zijn in het aannemen van uitzendkrachten en flexwerkers die mogelijk een hoger risico op ziekteverzuim geven.
Met de voorgestelde premiedifferentiatie is de ex-werkgever afhankelijk van de wijze van vervulling van de Zw -arborol door het UWV, maar wordt wel ‘ afgerekend’ op de duur van de ZW-uitkering en instroom-WGA.