Een van de twee WW’ers vindt werk, 15 tot 20 procent komt in de bijstand

Ongeveer de helft van de mensen die een WW-uitkering krijgen, heeft voor de afloop van hun uitkeringsperiode werk gevonden. Dit percentage is wel licht aan het dalen door onder meer de recessie, zo blijkt uit een studie van UWV Kenniscentrum naar de doorstroom van WW naar WWB (de ‘bijstand’) in de periode 2001-2012. Een deel van de ww’ers die uitstromen na afloop van hun uitkeringsperiode komt in de bijstand terecht: 15 tot 20 procent. Van het totaal, dus inclusief degenen die wel werk hebben of op andere wijze uit het bestand zijn verdwenen is dit een relatief laag percentage, zo’n 4 tot 8 procent. Jonge werklozen met een korte WW-duur, en oudere werklozen voor wie leeftijd kennelijk een beperkende factor is zijn hier oververtegenwoordigd.

Reden voor groei in de doorstroom naar de bijstand is naast het economisch getij de invloed van een aantal wetswijzigingen. Die leidden tot een kortere ww. Een derde reden is dat het aantal mensen dat werkt in de periode iets is gegroeid. ‘De verzekerde populatie werd iets groter’, in UWV-termen.

De verschillen tussen uitstroom naar gemeentes blijken aanzienlijk te zijn. UWV ziet variaties van uitstroom uit de ww naar de bijstand  van 0 tot 16 procent. Bij een aantal grotere gemeenten is de instroom in de wwb groot, bij andere weer niet. Een aanwijzing is dat in sommige grotere steden veel werk is in de uitzendbranche. Daarvan is bekend dat dit vaak tijdelijk is.

UWV kenniscentrum heeft de bestanden uit de uitkeringsadministratie van ww en die van WWB (‘bijstand’) uit de UWV-polisadministratie gekoppeld en de gegevens ‘gematcht’. Meer hierover in het Kennismemo naar de doorstroom van WW naar WWB (de ‘bijstand’) in de periode 2001-2012.pdf

Bron: UWV persbericht

Adresgegevens

SV Land
Röntgenlaan 13
2719 DX Zoetermeer
Routebeschrijving

Nieuwsbrief