Fusiescholen: kijk uit voor lijken uit de kast
Door: Otwin Nonnekes
Fusies van scholen en onderwijsinstellingen zijn schering en inslag in Nederland. Schaalvergroting lijkt dé oplossing om overheadkosten te verlagen en om de gevolgen van leerlingendaling op te vangen. Maar pas op: bij scholenfusies wordt één belangrijk aspect vaak over het hoofd gezien…
Een fusie is niet even op een achternamiddag geregeld. Een fusieproces duurt vaak maanden, zo niet jaren.
De meeste fusies tussen scholen en onderwijsinstellingen zijn in feite geen samenvoegingen, maar overnames en worden deskundig begeleid door grote accountantskantoren. Zij voeren een zogenaamd due diligence onderzoek uit en ondersteunen bij de fusie-effectrapportage.
Is de over te nemen onderwijsinstelling financieel gezond? Welke lusten en lasten kleven er aan een overname? Welke risico’s neemt de dominante partij door een andere onderwijsinstelling over te nemen?
Over het hoofd zien
Gek genoeg zien al die grote accountantskantoren één belangrijk aspect vaak over het hoofd. Desinteresse of onkunde? Ik weet het niet… Maar feit is dat vrijwel géén van deze duur betaalde accountantskantoren naar de sociale zekerheidsaspecten van een overname kijkt.
Wat daarbij niet helpt is dat de afdeling HR bepaald niet de eerste afdeling is die betrokken wordt bij de fusieplannen. Die worden doorgaans pas geïnformeerd als de gevolgen voor de werknemers duidelijk zijn. Dan is de fusie meestal al redelijk in kannen en kruiken. Juist bij deze afdeling bevindt zich veelal de kennis met betrekking tot verzuim en arbeidsongeschiktheid.
Tegen de tijd dat de afdeling HR geïnformeerd wordt, is de fusie vaak al min of meer in kannen en kruiken.
Waarom het sociale zekerheidsaspect in 90% van de gevallen over het hoofd gezien wordt, is voor mij een raadsel. Niet zelden komen na de fusie namelijk nog enkele onvoorziene lijken uit de kast.
Werknemers die in de WGA zijn beland, moeten nog tien jaar doorbetaald worden en de dominante partij krijgt meestal al die kosten op het bordje. Een kostenpost van enkele honderdduizenden euro’s die in veel gevallen voorzien en in sommige gevallen gemakkelijk voorkomen had kunnen worden.
Torenhoge premies
Reken maar met me mee. Een werknemer in de WGA kost een werkgever in de regel zo’n 40.000 tot 50.000 euro per jaar. Stel dat je vier werknemers in de WGA hebt zitten en je betaalt de volle tien jaar premies of de uitkeringslasten voor hen… Dan loopt de teller aardig op.
Of de gefuseerde school of onderwijsinstelling nu eigenrisicodrager is of “bij het UWV zit” en premie betaalt: in beide gevallen zijn de bedragen die betaald moeten worden voor WGA-uitkeringen torenhoog.
En de kans dat één of meerdere werknemers in de WGA zitten is bij onderwijsinstellingen vrijwel 100%. Het verzuim is in het onderwijs traditioneel hoog.
De kans dat één of meerdere werknemers in de WGA zitten is bij onderwijsinstellingen vrijwel 100%.
Het onderwijzend personeel vergrijst. Veel werknemers kunnen niet goed meekomen met de snel digitaliserende onderwijswereld. Burn-outs komen vaak voor en ook fysieke “ouderdomskwalen” leiden vaak tot uitval.
Oude dossiers achterlaten
Een manier om WGA-kosten te elimineren is door eigenrisicodrager te worden of juist terug te keren naar het publieke bestel. In beide gevallen laat je namelijk de oude WGA-dossiers achter bij de huidige partij. Deze regel is in het leven geroepen om een gelijk speelveld te scheppen tussen het UWV en de private verzekeraars.
De switch tussen het publieke bestel en het eigenrisicodragerschap loont echter in de meeste gevallen maar één keer. Heen en weer switchen komt je duur te staan: de WGA-schade welke is ontstaan tijdens het eigenrisicodragerschap blijft meetellen bij de premieberekening als je terugkeert naar het publieke bestel, zelfs als de dossiers bij de oude verzekeraar blijven liggen. Veel scholen en onderwijsinstellingen zitten dus “opgesloten” in het eigenrisicodragerschap.
Veel scholen en onderwijsinstellingen zitten opgesloten in het eigenrisicodragerschap.
Bovendien kan je slechts op twee momenten in het jaar veranderen van keuze; tijdig erbij zijn is dus van het grootste belang.
Een voorbeeld
Recent werd ik betrokken bij een fusie van twee middelgrote onderwijsinstellingen in Overijssel. De dominante partij was eigenrisicodrager en de andere was publiek verzekerd bij het UWV. De over te nemen partij bleek echter een flinke WGA-last te dragen.
Na onderzoek bleek, dat er nog tijdig actie kon worden ondernomen. Daarmee kon de gedwongen overname van tonnen aan arbeidsongeschiktheidskosten worden voorkomen.
Goud waard
Nog ingewikkelder wordt het als er werknemers zijn die tot vijf jaar geleden een tijdlang in de WGA hebben gezeten, maar nu weer volledig aan het werk zijn bij een andere werknemer. Bij nieuwe uitval door arbeidsongeschiktheid kunnen zij voor de fuserende onderwijsinstellingen een potentieel risico vormen dat vaak over het hoofd wordt gezien.
Een goed advies is voor fuserende scholen en onderwijsinstellingen goud waard. Vrij letterlijk in veel gevallen.
Een goed advies is voor fuserende scholen en onderwijsinstellingen goud waard. Vrij letterlijk in veel gevallen.
Echter: verregaande kennis van de sociale zekerheid is onder accountantskantoren nog geen gemeengoed. Schakel daarom tijdig iemand met kennis van zaken in om de sociale zekerheidsaspecten van een potentiële fusie te onderzoeken. Mijn collega’s van SV Land en ik zijn je graag ter wille.