Het eerste verjaardagsfeestje van het sociaal akkoord
Op 11 april 2013 werd de Tweede Kamer door Lodewijk Asscher geïnformeerd over de uitkomsten van het sociaal akkoord. In zijn brief benadrukte hij het belang van een “cultuuromslag” om de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking te verbeteren. Werkgevers, werknemers en overheid zouden hier samen voor op de bres gaan staan. Asscher eindigt zijn brief aan de Tweede Kamer met de volgende zin: “Deze vernieuwde vitaliteit van de polder laat zien, dat we ook in de 21e eeuw samenbouwen aan de toekomst van Nederland”.
We zijn niet alleen een jaar verder, maar ook vele beleidsdocumenten en plannen verder. Waar staan we nu? Is er reden voor een voorzichtig eerste feestje? Worden er al resultaten geboekt? Laten we eens kijken hoe het met de kansen op de arbeidsmarkt van mensen met een arbeidsbeperking staat.
Praatjes vullen geen gaatjes in de polder
De plannen om meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen ogen ambitieus: 125.000 extra banen realiseren in de periode tot 2026. Sociale partners en overheid hebben zich aan dit plan gecommitteerd. Om de ambities kracht bij te zetten komt er een quotumwet. Als het niet goedschiks lukt, dan maar kwaadschiks afdwingen. De boodschap: het is menens. Met name aan het eerste beoordelingsmoment in 2016 wordt veel gewicht gehangen. De tijd van talmen is voorbij, werkgevers moeten slikken of stikken.
Wat gaat er veranderen? In de brief van Asscher wordt gesproken over het belang snel een infrastructuur neer te zetten voor het naar werk begeleiden van mensen met een beperking. En er wordt gesproken over een ambitieus tijdpad voor het op orde krijgen van de uitvoeringspraktijk, waar gemeenten een grotere rol krijgen toebedeeld.
Inmiddels overleggen werkgevers, werknemers en VNG al een jaar in de zogenoemde Werkkamer, over een nieuwe koers. Maar veel voortgang is er tot nu toe niet geboekt: een proceskalender en een lijstje met uitgangspunten hebben begin dit jaar het licht gezien. De uitgangspunten lijken niet te illustreren dat hier drie partijen aan tafel zitten, die in goed overleg werken aan een gemeenschappelijke opdracht. Enkele citaten: “er is aanleiding om de samenwerking tussen gemeenten en sociale partners te herijken …. Werkgevers, werknemers en gemeenten gaan een intensieve relatie met elkaar aan. Dit vraagt om wederzijds commitment”.
En wat doet het kabinet?
Op 3 februari jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd over het feit dat de eerste jaren niet al te kritisch gekeken gaat worden naar de invulling van de afspraken uit het sociaal akkoord. Het kabinet voert ogenschijnlijk de quotumdruk op, maar laat tegelijkertijd zoveel stoom ontsnappen, dat nu al duidelijk is dat bij de eerste en cruciale beoordeling of het quotum er moet komen, het antwoord ‘nee’ zal luiden. Het kabinet heeft er blijkbaar weinig vertrouwen in dat de extra baanafspraken voor mensen met een arbeidsbeperking er op korte termijn gaan komen. Werkgevers en werknemers in de marktsector hebben weliswaar afgesproken dat er eind 2015 10.000 banen extra zullen zijn voor mensen met een arbeidsbeperking, maar bij de beslissing of het quotum moet worden ingevoerd hoeven het er maar 6.000 te zijn. In de overheidssector een vergelijkbare situatie: afspraak voor 5.000 banen, terwijl er wordt gekeken of er 3.000 banen zijn gerealiseerd. Het antwoord of dat quotum er komt, is nu al te geven: nee voorlopig geen quotum. En om daar zeker van te zijn, tellen we bij de eerste beoordeling niet alleen de banen uit 2015 mee, maar ook de banen die in 2013 en 2014 zijn gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking.
Het gebruikelijke polderritueel
De geschetste situatie illustreert onze Nederlandse polder: harde woorden, patstelling, koppen tegen elkaar, overleg, witte rook, om uiteindelijke te moeten constateren dat oude wijn in nieuwe zakken wordt verkocht en we maar weinig stappen vooruit hebben gezet. (In dit verband zou ook eens kritisch gekeken kunnen worden naar het rendement van sectorplannen uit het sociaal akkoord.) Aan de ene kant wordt op detailniveau regelgeving opgetuigd om te bepalen wie onder het quotum gaat vallen en komt er een doelgroepenregister, voor mensen met een arbeidsbeperking, terwijl aan de andere kant de quotumnorm de eerste jaren zo laag ligt, dat werkgevers met niet al te veel extra inspanning aan het quotum kunnen voldoen.
Cultuuromslag in de polder nog niet in zicht
De cultuuromslag om van inkomensbescherming een omslag te maken naar succesvolle activering van kwetsbare groepen, is nog niet van de grond gekomen. Daarmee laat je mensen met een arbeidsbeperking behoorlijk in de kou staan. Geen route naar werk en geen inkomensbescherming voor mensen met een arbeidsbeperking, was toch niet de bedoeling van het sociaal akkoord?
Auteurs: Sjaak Koehler en Robert van Dijk, werkzaam bij SV Land