Immigranten op de Nederlandse arbeidsmarkt
Van de immigranten die in 2003 naar Nederland kwamen, heeft meer dan de helft binnen tien jaar het land weer verlaten. Vooral Westerse immigranten uit landen als Japan, Canada en de Verenigde Staten blijven maar kort in Nederland. Immigranten uit klassieke immigratielanden, de traditionele ‘gastarbeiderlanden’ en de landen waar veel vluchtelingen vandaan komen, wonen voor het grootste gedeelte na tien jaar nog in Nederland. Dat meldt CBS.
Westerse immigranten blijven kort
In 2003 kwamen er 107 duizend immigranten naar Nederland; 55 duizend van hen hebben het land binnen tien jaar weer verlaten. Ruim tachtig procent van de Japanners, Canadezen en Amerikanen woont hier tien jaar later niet meer. Immigranten uit westerse landen komen vooral voor werk naar Nederland, al dan niet met het gezin. Ook het volgen van een studie of opleiding is een motief om naar ons land te emigreren, zij het in mindere mate. Deze westerse migranten hebben vaak de intentie om na verloop van tijd terug te keren naar hun land van herkomst.
Niet-westerse immigranten blijven langer
Immigranten uit drie van de vier klassieke immigratielanden zijn na tien jaar in grote meerderheid nog in Nederland. Ongeveer dertig procent van de immigranten uit Turkije, Marokko en Suriname is vertrokken. Immigranten uit de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba zijn hierop een uitzondering: zestig procent van hen heeft na tien jaar Nederland weer verlaten. Immigranten uit landen waar in 2003 veel vluchtelingen vandaan kwamen, wonen tien jaar later ook grotendeels nog hier. De situatie in hun land maakt een spoedige terugkeer vaak niet mogelijk.
Actief op de arbeidsmarkt
Van de migranten die na tien jaar nog in ons land verblijven, zijn immigranten uit de Oost-Europese landen Polen, Bulgarije en Roemenië het vaakst actief op de arbeidsmarkt. Rond de zestig procent van hen heeft betaald werk. Immigranten uit deze landen en die uit Japan, Canada en de Verenigde Staten hebben tien jaar na immigratie het vaakst een betaalde baan en het minst vaak een uitkering.
Immigranten uit Somalië, Afghanistan, Iran en Irak hebben veelal geen betaald werk. Velen leven van een uitkering of hebben geen inkomen; een minderheid van tussen de twintig en ruim dertig procent heeft betaald werk. Immigranten uit de traditionele herkomstlanden hebben vaker een betaalde baan, tussen de 38 en 52 procent.
Bron: CBS