‘Nieuwe wet voor premiekorting is oneerlijk’
Recent is de nieuwe Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer. Deze wet treedt op 1 januari 2018 in werking en vervangt het huidige stelsel van premiekortingen via de loonaangifte. Er is echter kritiek op de wet, omdat deze tegen het gelijkheidsbeginsel in zou gaan.
Met de Wtl komt er voor werkgevers een nieuw systeem met tegemoetkomingen in de vorm van loonkostenvoordelen. Daarnaast wil het kabinet het zogenoemde lage-inkomensvoordeel invoeren. Beide maatregelen moeten werkgevers stimuleren om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
Volgens het huidige stelsel kunnen werkgevers tot vijf jaar terug premiekortingen toepassen indien de werknemer niet direct bij indiensttreding heeft aangegeven dat hij aan de voorwaarden voldoet voor deze premiekorting. Dit is wettelijk vastgelegd. Zowel de werkgever als de Belastingdienst kunnen correcties doorvoeren tot vijf jaar terug.
In de nieuwe wet mag alleen de Belastingdienst nog tot vijf jaar correcties doorvoeren. De werkgever moet vooraf aangeven of hij aanspraak wil maken op het Lage Inkomsten Voordeel of het Loon Kosten Voordeel. Indien de werkgever pas later verneemt dat een werknemer aan de voorwaarden voor dit voordeel voldoet kan hij hier geen aanspraak meer opmaken. Indien er wel aanspraak is gemaakt en bij controle blijkt dat niet aan alle voorwaarden is voldaan kan de Belastingdienst het voordeel tot vijf jaar terug terugvragen.
Critici geven aan dat de nieuwe wet tegen het principe van het gelijkheidsbeginsel is en daardoor oneerlijk. Werkgevers zullen worden benadeeld, omdat niet altijd bij indiensttreding duidelijk is of de werknemer aan de voorwaarden voldoet. De critici zijn een petitie gestart om de wet te herzien, zodat zowel de werkgever als de Belastingdienst met terugwerkende kracht het voordeel kan wijzigen.