Nijpend tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen brengt medische zorg voor werkenden in gevaar
Partijen uit het veld luiden de noodklok in een advies aan de staatssecretaris van sociale zaken over het tekort aan artsen met kennis over ziekte én werk.
Meer ziekteverzuim, langer ziekteverzuim, grotere vraag naar zorg en meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Dat zijn de gevolgen als er niet op korte termijn maatregelen worden genomen om het nijpende tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen structureel op te lossen, meldt de Kwaliteitstafel bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde, die in 2018 is opgericht op verzoek van het ministerie van sociale zaken. Zij presenteerde vrijdagmiddag haar bevindingen en aanbevelingen aan staatssecretaris Bas van ’t Wout.
Het meest urgente advies is een verzoek om geld. Er moet een privaat én publiek gefinancierd noodfonds komen voor de opleiding van de arbeidsartsen. Jenneke van Veen, voorzitter van de kwaliteitstafel, en voormalig hoofdinspecteur bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, benadrukt dat het geld voor de opleiding van bedrijfsartsen nu nog geheel uit de markt moet komen: voornamelijk van grote en middelgrote arbodiensten. Dat is opmerkelijk, want dat is niet het geval bij andere medische opleidingen.
“Dat was ooit een politieke keuze. De gedachte is dat bedrijven er profijt van hebben als er een laag ziekteverzuim is, dus kunnen zij zelf wel de kosten betalen. Maar daar moet de staatssecretaris nu van terugkomen, vinden wij. De opleiding van bedrijfsartsen is geen private aangelegenheid”, aldus Van Veen. Zij wil dat de overheid dit jaar nog gaat investeren.
Tekort
Het tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen is groot. In 2015 werd al alarm geslagen over grote achterstanden bij medische (her)keuringen bij ziekte of arbeidsongeschiktheid. Toen lagen er 25.000 aanvragen voor een herbeoordeling op de stapel. Dat is inmiddels gestegen tot ruim 34.000.
Van Veen: “Dat toont de urgentie voor maatregelen al aan. Met een opleidingsfonds hebben deze artsen ook meer mogelijkheden om te promoveren, of stage te lopen of onderzoek te doen. En dat geeft de beroepsgroepen weer meer cachet. Dat hebben ze ook hard nodig, want het imago van beide beroepen ligt niet hoog.”
In een bijgevoegd magazine dat aan de staatssecretaris is overhandigd, staan praktijkvoorbeelden over het belang van bedrijfs- en verzekeringsartsen. Van Veen: “Het is nog vaak onduidelijk wat zij doen, ook omdat ze niet behandelen maar analyseren en adviseren. Als werken niet meer gaat, is begeleiding van een arts met kennis van arbeid ontzettend belangrijk. Maar door het tekort is dat niet altijd meer mogelijk. Daar moet de staatssecretaris echt wat aan doen.”
Creatieve oplossingen
“Het probleem van het te kort aan verzekerings-en bedrijfsartsen is al heel lang bekend en de gevolgen daarvan zijn, zoals dit artikel ook beschrijft groot. Daarom moet ook elke mogelijkheid aangegrepen worden om te komen tot een oplossing. Als het betalen van de opleiding een belemmerende factor is, waar ik persoonlijk overigens aan twijfel, dan zou dit een oplossing kunnen zijn voor dat probleem. In ieder geval is zeker dat dit alleen niet dé oplossing gaat zijn voor dit probleem, daarvoor is meer nodig. Zo zou veel meer gekeken kunnen worden naar andere vormen van taakdelegatie dan nu al gebeurt. Te denken valt aan een intensiever samenspel tussen AD en BA. En zo zullen er ongetwijfeld nog meer creatieve oplossingen zijn. Belangrijk daarbij is dat de politiek er voor zorgt dat wetgeving kan meebewegen met de noodzaak in plaats van tegenwerken bij de oplossingen”