Ontwikkelingen eigenrisicodragen WGA en Ziektewet

De daling van het ziekteverzuim en de WIA-instroom is vooral toe te schrijven aan werknemers met een vast dienstverband. De WIA-instroom van personen met een Ziektewetuitkering (‘vangnetters’) blijft op een onverminderd hoog niveau, waarbij deze groep inmiddels de helft van de WIA-instroom voor haar rekening neemt.
Op 23 april jl. is een wetsvoorstel ingediend om het langdurig ziekteverzuim en de arbeidsongeschiktheid van vangnetters te beperken. De voorgestelde maatregelen in deze “Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters” zullen deels op 1-1-2013, op 1-1-2014 en tenslotte op 1-1-2016 ingaan en zijn specifiek gericht op vangnetters zonder werkgever. Werkgevers zullen daarom rekening moeten houden met een toename van  ziekte- en arbeidsongeschiktheidslasten van uitzendkrachten en werknemers met een tijdelijk dienstverband. Een en ander heeft niet alleen gevolgen voor bestaande eigenrisicodragers WGA en Ziektewet, maar ook voor bedrijven die (nog) publiek verzekerd zijn.

Gevolgen voor vangnetters

Het huidige wetsvoorstel houdt onder meer in dat bij vangnetters met een eerste ziektedag op of na 1-1-2013 na het eerste ziektejaar wordt uitgegaan van “algemeen geaccepteerde arbeid”. Dit ruime uitgangspunt vormt dan de maatstaf voor het ongeschikt zijn tot werken, en daarmee het recht op ziekengeld. Op dit moment wordt nog uitgegaan van de “laatstelijk verrichte arbeid”. Vervolgens wordt een op het arbeidsverleden gebaseerde, loongerelateerde uitkering ingevoerd, waarna een minimumuitkering volgt. De re-integratie- en sollicitatieverplichtingen van de vangnetter worden bovendien aangescherpt conform de WIA.

Gevolgen voor werkgevers

Er komen tevens meer financiële prikkels voor werkgevers. De ziekte- en arbeidsongeschiktheidslasten van uitzendkrachten en werknemers met een tijdelijk dienstverband* worden meer toegerekend aan de laatste werkgever. Dit gebeurt door het ziekengeld en de WGA-uitkering van flexwerkers met ingang van 1-1-2014 via premiedifferentiatie rechtstreeks door te belasten aan grote werkgevers en deels aan middelgrote werkgevers met een keuzemogelijkheid voor eigen risicodragen.

Gevolgen voor UWV

Het UWV krijgt de mogelijkheid om convenanten af te sluiten met werkgevers en sectoren, die gericht zijn op werkhervatting van ZW-gerechtigden. De maximale periode van proefplaatsing wordt verruimd tot zes maanden.

De financiering

Door het ziekengeld en de WGA-uitkering van flexwerkers per 1-1-2014 via premiedifferentiatie rechtstreeks door te belasten aan werkgevers ontstaat een grotere financiële prikkel. Hierbij zal een onderscheid worden geïntroduceerd tussen: – Grote werkgever: met een loonsom ≥ 100 x de gemiddelde loonsom (2012: € 30.200), waarvoor een individuele premiedifferentiatie geldt -Middelgrote werkgever: met een loonsom > 25 x gemiddelde loonsom, waarvoor een combinatie van een sectorpremie met individuele premie geldt en – Kleine werkgever: met een loonsom < 25 x gemiddelde loonsom, waarvoor een sectorpremie geldt.

De bestaande WGA-premie voor de vaste werknemers wordt hiermee dan ook aangevuld met de risico’s van de Ziektewet voor vangnetters (de flexkrachten) en de WGA voor vangnetters. Bij de WGA verdwijnt zodoende het onderscheid tussen vaste werknemers en werknemers met een tijdelijk dienstverband. Het karakter van de premie voor het ZW- en WGA-vangnet verandert dus voor grote en middelgrote werkgevers van sectoraal naar (deels) individueel gedifferentieerd. Voor kleine werkgevers zal een sectorale, uniforme premie gaan gelden, waarmee het karakter van de reguliere WGA-premie juist verandert van individueel naar sectoraal.  Een werkgever wordt op deze manier verantwoordelijk voor de eerste 12 jaar ziekte en arbeidsongeschiktheid van al zijn vaste werknemers en werknemers met een tijdelijk dienstverband.

Werkgevers kunnen per 1-1-2014 eigenrisicodrager worden voor de ZW- (vangnet) lasten. Per 1-1-2016 is er vervolgens sprake van samenvoeging van de premiestelling van WGA-flex met WGA-vast. Werkgevers kunnen dan kiezen voor publieke verzekering met premiedifferentiatie of uit de publieke WGA-verzekering te treden en eigenrisicodrager te worden voor hun totale WGA-lasten met de mogelijkheid zich privaat te verzekeren. Hun garantieverklaring moet in dat geval tijdig (voor 1 oktober 2015) worden aangepast. Als dat niet gebeurt, geldt het ‘opting-out’ model, waarna men in het publieke bestel terugkeert. De ZW- en WGA-lasten worden bij het eigen risicodragen wel uitgebreid met een eventuele overlijdensuitkering.

Een en ander betekent, dat werkgevers een keuze voor eigen risicodragen ZW moeten overwegen en hun toenmalige keuze voor eigen risicodragen WGA moeten heroverwegen.

In huidige wetsvoorstel vervallen

De 2 weken loondoorbetaling van zieke uitzendkrachten voor uitzendbureaus. De garantieverklaring bij eigen risicodragen ZW. De verplichte koppeling van het eigen risicodragen voor de ZW en voor de WGA.

Gevolgen voor de uitvoering

UWV

Voor de werkgever die eigenrisicodrager is voor de WGA voert het UWV de noodzakelijke werkzaamheden uit met betrekking tot vaststelling van het recht, de duur en de hoogte. Eventueel betaalt het UWV ook de uitkering aan de werknemer en brengt het UWV de uitkeringslasten in rekening bij de eigenrisicodrager. Alleen voor de kosten van de uitbetaling en het verhaal van de uitkering kan het UWV kosten in rekening brengen bij de eigenrisicodrager. De overige kosten worden doorbelast aan de werkgevers via het Aof.

De uitvoering door het UWV wordt in algemene zin beperkter van omvang naarmate minder werkgevers publiek zijn verzekerd. Het UWV hoeft minder individuele premieberekeningen per werkgever te maken met minder bezwaar- en beroepszaken, en heeft minder uitvoeringstaken rond uitkeringsverstrekking en re-integratie. Daarnaast worden de premieberekeningen voor het UWV eenvoudiger naarmate de publieke premie gemakkelijker is vast te stellen. Hier zijn twee tegengestelde effecten van dit wetsvoorstel te onderscheiden. Enerzijds wordt de premie voor kleine werkgevers voor de WGA-vast niet meer individueel maar sectoraal bepaald. Bovendien worden de lasten aan minder verschillende fondsen toegerekend doordat de ZW en de WGA voor vast en flexibel samengaan in de Werkhervattingskas. Deze wijzigingen maken de uitvoering voor UWV ten aanzien van de premieberekening (met mogelijkheid voor bezwaar- en beroep) eenvoudiger. Anderzijds wordt met dit wetsvoorstel individuele premiedifferentiatie voor de ZW en WGA-flex geïntroduceerd waar de premie nu sectoraal bepaald is. Dit betekent een verzwaring van de uitvoering.

Belastingdienst

De Belastingdienst deelt jaarlijks aan de publiek verzekerde werkgevers de hoogte van de premie voor de Werkhervattingskas mee. In 2014 en 2015 betreft dit drie afzonderlijke premie-onderdelen van de Werkhervattingskas (ZW-deel voor publiek verzekerden, WGA-vast deel voor publiek verzekerden en WGA-flex deel voor alle verzekerden). Vanaf 2016 betreft dit twee afzonderlijke premie-onderdelen voor publiek verzekerde werkgevers. De Belastingdienst blijft controleren of werkgevers de juiste premie betalen, dus of werkgevers een premie betalen in overeenstemming met de medegedeelde premiebeslissingen. Basis voor de premiedifferentiatie vormt de totale loonsom van de werkgever. Dit is een gegeven dat reeds is opgenomen in de loonaangifteketen. Werkgevers die nu al eigenrisicodrager zijn voor de WGA-lasten voor vaste werknemers, moeten een aanvullende schriftelijke garantie overleggen aan de Belastingdienst indien zij ook voor de WGA vangnetrisico’s eigenrisicodrager willen worden vanaf inwerkingtreding van dit onderdeel van het wetsvoorstel (1 januari 2016). De garantstelling voor eigenrisicodragers ZW vervalt met dit wetsvoorstel.

Auteur: Otwin Nonnekes, Adviseur Sociale Zekerheid SV Support

Bijlage nadere informatie Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschikten

* Naast deze groepen worden overigens ook werknemers die ziek worden na orgaandonatie, werknemers die aanspraak maken op een no riskpolis of ziekte in verband met zwangerschap en bevalling tot het vangnet gerekend. Deze groep blijft buiten de individueel gedifferentieerde financiering door de werkgever).

Adresgegevens

SV Land
Röntgenlaan 13
2719 DX Zoetermeer
Routebeschrijving

Nieuwsbrief