Rotterdam en bedrijfsleven creëren banen
Dit jaar moeten honderden Rotterdammers meer aan het werk komen of werkervaring opdoen via het programma Social Return dan vorig jaar. Dat betekent dat bedrijven die opdrachten van de gemeente aannemen, een deel van hun werknemers uit de bijstand of sociale werkvoorziening (WSW) moeten rekruteren.
Het stadsbestuur stimuleert zo dat ondernemers duurzaam investeren in mensen die op de arbeidsmarkt moeilijk aan de bak komen. Vorig jaar kwamen 467 Rotterdammers uit de bijstand aan het werk. Het programma bestaat sinds 1996. Toen stond het bekend onder de 5-procentsregeling.
Aanvankelijk moest 5 procent van de aanneemsom worden besteed aan het inzetten van mensen uit de doelgroep. De inzet ligt nu op tussen 5 tot 50 procent van de aanneemsom. De ondernemers geven bij de aanbesteding al aan hoeveel procent van het door hen berekende bedrag ze voor Social Return uittrekken.
Bedrijven hoeven niet meer per se WSW’ers of bijstandsgerechtigden aan te nemen. Ze kunnen er bijvoorbeeld ook voor kiezen opleidingen beschikbaar te stellen. „Ook mogen ze bepaalde onderdelen van het werk door bijvoorbeeld het gemeentelijke WSW-bedrijf laten maken of leveren”, licht verantwoordelijk wethouder Marco Florijn toe.
Donderdag zijn 170 WSW’ers en bijstandsgerechtigden in de groenvoorziening bij acht bedrijven, aan wie de opdracht is gegund, aan de slag gegaan. Uiteindelijk stromen er van hen 60 door naar een reguliere baan.
Het initiatief wordt nauwlettend gevolgd door onder meer TNO. „Over Social Return is veel discussie, omdat verscheidene gemeenten de 5-procentsregeling klakkeloos overnemen, maar geen maatwerk toepassen, terwijl dat wel nodig is om het programma goed te laten werken”, zegt Ellen van Wijk, onderzoekster bij TNO.
Ook Rotterdam heeft daarvan geleerd. Daarom wordt het programma flexibeler. Social Return is deels het nieuwe vangnet voor WSW’ers, nu voor velen van hen de werkvoorziening wegvalt. Zij gaan bij de bedrijven minder beschut werken. De begeleiding blijft wel in handen van het gemeentelijk bedrijf Roteb.
Bron: Reformatisch Dagblad