De visie op handhaving van de potentiële nieuwe coalitie
We lijken af te stevenen op een coalitie met vier partijen: VVD, CDA, D66 en GroenLinks. Wat betekent dit voor handhaving in de sociale zekerheid? Stroken de opvattingen van deze coalitiepartijen met elkaar of staan ze tegenover elkaar? Laten we de opvattingen eens naast elkaar leggen.
- VVD
De VVD is de grootste partij en is van mening dat de uitkering van mensen die frauderen of niet mee werken aan re-integratie voor een aantal maanden komt te vervallen. Misbruik wordt gezien als diefstal. Niet duidelijk is of het idee dat iedere Nederlander recht heeft op een sociaal minimum hiermee overeind blijft.
- CDA
De wens van het CDA is om meer capaciteit in te zetten voor het opsporen en vervolgen van profiteurs en fraudeurs. Bij echt aantoonbare fraude vaker strafrechtelijk vervolgen.
- D66
Uitgaan van een positief mensbeeld en heldere communicatie door de overheid. Meer capaciteit naar politie en Openbaar Ministerie om gericht fraude tegen te gaan. Aangiftes moeten omhoog en minder zaken moeten op de plank blijven liggen.
- GroenLinks
GroenLinks wenst dat bij onopzettelijke gebreken geen boetes meer worden opgelegd.
Geen van de politieke partijen laat zich uit over hoe deze doelstellingen behaald kunnen worden. Dat wordt overgelaten aan gemeenten en uitvoeringsorganisaties. Duidelijk is dat alle partijen, behalve GroenLinks, een duidelijke stelling innemen over het gericht tegen gaan van fraude en het sanctioneren hiervan.
Voorkomen is beter dan genezen
Met de vorming van deze coalitie blijft handhaving van de sociale zekerheid een belangrijk thema. Wat echter niet vergeten moet worden is het voorkomen van fraude. Door de digitalisering is er nog maar weinig persoonlijk contact tussen de burger en de overheid. Dit persoonlijke contact werkt juist preventief.
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat regelmatig persoonlijk contact met de uitkeringsgerechtigde onder andere zorgt voor minder fraude. Menno Fenger, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en SV Land zijn een aantal jaar geleden gestart met de FIP-methode bij gemeenten, waarbij FIP staat voor Frequent, Intensief en Persoonlijk contact. Hiermee komt de relatie met de uitkeringsgerechtigde centraal te staan.
De kans op participatie wordt vergroot en spontane naleving van de wet- en regelgeving volgt. De uitkeringsgerechtigde voelt zich gehoord en merkt dat gemeenten betrokken zijn en niet alleen maar met een bestraffende vinger wijzen naar wat zij niet goed doen.