‘Als je veel praktijkvoorbeelden gebruikt, hangen de cursisten aan je lippen’
Met enkel en alleen doceren heeft Leontine Kievits niets. Hoe leuk ze training geven ook vindt: ze kiest er bewust voor om zelf ook ‘met de poten in de klei’ te staan. ‘Juist als je veel praktijkvoorbeelden kunt geven, hangen de cursisten aan je lippen.’
Leontine is deels trainer en deels (als ZZP’er) Wmo-consulent. ‘Ik word wel eens voor andere trainingen en banen gevraagd, maar ik hou het bij mijn specialisme.’ vertelt ze. ‘Elke training of opdracht moet raakvlakken met de Wmo hebben.’
Dat is overigens geen luiigheid. ‘Als je mij het woord geeft over de Wmo kan ik bij wijze van spreken een dag volpraten zonder te stoppen. Maar toch bereid ik elke nieuwe training goed voor. Elke keer gebruik ik weer nieuwe voorbeelden en elke keer heb ik weer gezonde spanning.’
Waar haal jij je voorbeelden vandaan?
‘Ik ben al meer dan 25 jaar werkzaam in het sociaal domein. Ik heb in diverse gemeenten gewerkt: klein en groot. Bij de ene gemeente moest ik heel specialistisch werk doen en in een andere gemeente heb je weer een veel ruimer takenpakket. Ik heb dus alles al een beetje gezien en help op mijn werk ook weer jonge collega’s om zich het vak eigen te maken. Ik vind het belangrijk om de verbindingen te leggen tussen de verschillende disciplines in het sociaal domein en het voorliggend veld.’
In de trainingen komen veel voorbeelden van Leontine, maar niet enkel en alleen. Ze daagt ook graag de cursisten uit om met voorbeelden te komen. ‘Het beginniveau van mijn cursisten kan heel verschillend zijn’, vertelt Leontine. ‘De één heeft al veel ervaring, terwijl een ander net begint of zelfs nog nooit als Wmo-adviseur gewerkt heeft. Maar iedereen heeft wel situaties meegemaakt die als casus behandeld kunnen worden. Het is leuk om niet alleen van mij, maar ook als cursisten onderling van elkaar te leren!’
Hoe ben jij als trainer?
‘Toegankelijk sowieso, en enthousiast. Ik weet mensen vaak goed te motiveren en combineer mijn kennis met praktijkvoorbeelden. Ik probeer de stof die ik overbreng zoveel mogelijk te laten beklijven. Verder probeer ik zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van de laatste jurisprudentie en nieuwe experimenten rondom de Wmo. Zo blijft mijn verhaal fris en actueel.’
Leer je je cursisten in een training een beetje kennen?
‘Ik vind van wel. De opleiding die ik verzorg wordt door 3 of 4 verschillende trainers gegeven, maar ik verzorg 5 van de 8 dagen. Dan breng je toch een hele tijd met elkaar door.
Ook na de training kunnen mensen nog bij mij terecht voor vragen, dus soms houd ik langer contact. Een enkele keer gebruik ik zelfs mijn netwerk om mensen een stageplek te bezorgen of neem ik zelf een of twee stagiairs onder mijn hoede.’
Wat is het verschil tussen SV Land en andere trainingsinstituten?
‘Ik heb vroeger ook bij andere trainingsinstituten gewerkt en kan dus goed vergelijken. Inhoudelijk is er wellicht niet zoveel verschil tussen de ene aanbieder en de andere. Wat ik wel merk is dat SV Land doordat het een relatief kleine organisatie is, flexibeler is dan de grote opleidingsinstituten. Er wordt vaak een stapje meer gedaan voor de cursist en regelmatig wordt er maatwerk geleverd.
De medewerkers en trainers van SV Land zijn heel betrokken en gedreven. Ook vind ik het knap dat ze outside of the box durven denken en in de corona-periode de hybride trainingen hebben opgezet. Tenslotte is het ook als trainer leuk om voor SV Land te werken: SV Land is heel attent. Op je verjaardag en op de dag van de docent krijg je een leuke verrassing. Dat maakt voor mij wel het verschil.’